Uiteenzetting financiële positie
Meerjarige balans
In de diverse overzichten over het vermogen is de algemene reserve cumulatief gecorrigeerd voor het overschot of tekort van de begrotingssaldi. De financiële positie in meerjarenperspectief blijkt uit de geprognosticeerde balanscijfers voor de jaren 2020-2023.
Meerjarenperspectief per 31 december (Bedragen x € 1.000) |
|
| |||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Activa | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | Passiva | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 |
VASTE ACTIVA | VASTE PASSIVA | ||||||||||
Immateriële vaste activa |
| ||||||||||
Kosten van onderzoek en ontwikkeling | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| |||||
Materiële vaste activa | Eigen vermogen | ||||||||||
Investeringen met een economisch nut | 103.440 | 117.306 | 127.118 | 130.446 | 130.497 | Algemene reserve | 28.933 | 32.826 | 35.578 | 33.501 | 35.230 |
Investeringen in rioleringen | 32.785 | 33.450 | 33.749 | 34.208 | 32.328 | Bestemmingsreserves | 54.868 | 54.360 | 52.822 | 57.359 | 55.547 |
Exploitatieresultaat | 52 | 297 | 375 | 389 | 366 | ||||||
Investeringen met een maatschappelijk nut | 15.647 | 30.314 | 30.783 | 31.565 | 30.415 | Voorzieningen | |||||
Voorzieningen | 8.651 | 8.905 | 9.503 | 10.241 | 11.043 | ||||||
Financiële vaste activa | Vaste schulden met een rent typische looptijd groter dan 1 jaar | ||||||||||
Kapitaalverstrekking deelnemingen | 561 | 561 | 561 | 561 | 561 | Langlopende schulden | 121.550 | 106.891 | 93.379 | 80.505 | 67.629 |
Kapitaalverstrekking gemeenschappelijke regelingen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||||||
Leningen aan woningbouwcorporaties | 11 | 10 | 9 | 8 | 7 | ||||||
Overige langlopende geldleningen | 5.218 | 5.168 | 5.118 | 5.068 | 5.018 | ||||||
Totaal vaste activa | 157.662 | 186.809 | 197.338 | 201.856 | 198.826 | Totaal vaste passiva | 214.054 | 203.279 | 191.657 | 181.995 | 169.815 |
VLOTTENDE ACTIVA | VLOTTENDE PASSIVA | ||||||||||
Voorraden | |||||||||||
Onderhanden werk (bouwgronden in exploitatie) | 35.452 | 19.328 | 12.840 | 5.350 | 2.338 | ||||||
Uitzettingen met een rente typische looptijd korter dan 1 jaar | Netto-vlottende schulden met een rente typische looptijd korter dan 1 jaar | 0 | 2.858 | 18.521 | 25.211 | 31.349 | |||||
’s Rijks schatkist | 20.940 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||||||
Overige vorderingen/uitzettingen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||||||
Liquide middelen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | Liquide middelen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overlopende activa | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | Overlopende passiva | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal vlottende activa | 56.392 | 19.328 | 12.840 | 5.350 | 2.338 | Totaal vlottende passiva | 0 | 2.858 | 18.521 | 25.211 | 31.349 |
TOTAAL | 214.054 | 206.137 | 210.178 | 207.206 | 201.164 | TOTAAL | 214.054 | 206.137 | 210.178 | 207.206 | 201.164 |
Vaste activa
Het verloop van de post vaste activa is gebaseerd op het bestaande beleid. Er is rekening gehouden met vermeerderingen door investeringen en verminderingen door afschrijvingen en aflossingen.
Materiële vaste activa
In de materiële vaste activa zijn de investeringen uit het investeringsprogramma 2019-2023 begrepen. Materiële vaste activa hebben als waarderingsgrondslag verkrijgingsprijs of duurzaam lagere marktwaarde.
Grondexploitatie
De balanspost Grondexploitatie betreft de boekwaarden van de bouwgrondcomplexen waarvoor exploitatieberekeningen zijn vastgesteld. De boekwaarden zijn gebaseerd op de actualisatie van de grondexploitaties per 1 juli 2019.
Aan de gronden in exploitatie wordt jaarlijks rente toegerekend. Het rentepercentage bedraagt 1,5%.
Kapitaallasten
Kapitaallasten worden gesplitst in toegerekende kapitaallasten aan taakvelden en behaald renteresultaat.
Toegerekende kapitaallasten
De raming van de kapitaallasten is gebaseerd op de volgende uitgangspunten:
- notitie “waardering en afschrijving activa” van januari 2017;
- nota "waardering en afschrijving activa 2014";
- omslagrentepercentage kostendekkend product 2,5%;
- actualisering bestaande investeringsprogramma’s op grond van de Begroting;
- restantkredieten uit de programmarekening 2018.
Voor het verloop van de kapitaallasten 2020-2023 ten opzichte van de begroting 2019-2022 kan het volgende overzicht worden gegeven.
Kapitaallasten (bedragen x € 1.000) | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 |
---|---|---|---|---|
Begroting 2019-2022 | 13.163 | 14.209 | 13.606 | n.v.t. |
Begroting 2020-2023 | 12.656 | 13.838 | 14.175 | 14.874 |
Saldo t.o.v. vorige begroting (- = nadeel) | 507 | 371 | -569 | n.v.t. |
Renteresultaat
Het renteresultaat bestaat uit het saldo van de betaalde en toegerekende rentekosten ten opzichte van de doorberekende rente. Van het verloop van het renteresultaat kan het volgende overzicht worden gegeven:
Renteresultaat (bedragen x € 1.000) | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 |
---|---|---|---|---|
Begroting 2019-2022 | 1.853 | 2.545 | 2.652 | n.v.t. |
Begroting 2020-2023 | 1.157 | 2.087 | 2.656 | 3.056 |
Saldo t.o.v. vorige begroting (- = nadeel) | -696 | -458 | 4 | n.v.t. |
Renteresultaat
Het renteresultaat bestaat uit het saldo van de betaalde en toegerekende rentekosten ten opzichte van de doorberekende rente. Van het verloop van het renteresultaat kan het volgende overzicht worden gegeven:
Renteresultaat (bedragen x € 1.000) | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 |
---|---|---|---|---|
Begroting 2019-2022 | 1.853 | 2.545 | 2.652 | n.v.t. |
Begroting 2020-2023 | 1.157 | 2.087 | 2.656 | 3.056 |
Saldo t.o.v. vorige begroting (- = nadeel) | -696 | -458 | 4 | n.v.t. |
Reserves
Reserves worden als volgt onderverdeeld:
Algemene reserve
De algemene reserve heeft een bufferfunctie, namelijk het dekken van onvoorziene risico's en het dekken van risico’s die (nog) niet kunnen worden gekwantificeerd. In dit verband wordt verwezen naar de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing. Hierin zijn ook de stortingen en onttrekkingen van de begrotingssaldi verwerkt, waardoor een verschil ontstaat tussen de overzichten ten aanzien van de exploitatie en het vermogen.
Overige bestemmingsreserves
De bestemmingsreserves zijn gevormd voor een bepaald doel. Hierbij hebben wij onderscheid aangebracht in bestemmingsreserves die tot doel hebben de kosten van investeringen te dekken of bestemmingsreserves die een ander doel hebben.
In meerjarenperspectief worden de mutaties in de reserves als volgt weergegeven:
Mutaties reserves (bedragen x € 1.000) | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 |
---|---|---|---|---|
Beginsaldo | 83.801 | 87.186 | 88.400 | 90.860 |
Begrotingssaldo | 297 | 375 | 376 | 389 |
Bijdragen uit programma's | 5.755 | 3.683 | 10.970 | 2.189 |
Bijdragen naar programma's | 2.667 | 2.845 | 8.887 | 2.661 |
Eindsaldo | 87.186 | 88.400 | 90.860 | 90.777 |
Het eindsaldo bestaat uit:
Eindsaldo (bedragen x € 1.000) | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 |
---|---|---|---|---|
Algemene reserve | 28.933 | 35.204 | 33.125 | 34.841 |
Begrotingssaldo | 297 | 375 | 376 | 389 |
Bestemmingsreserves | 54.360 | 52.821 | 57.359 | 55.547 |
Totaal | 87.186 | 88.400 | 90.860 | 90.777 |
Voorzieningen
De voorzieningen hebben als doel toekomstige verplichtingen te dekken, bijvoorbeeld voor het uitvoeren van groot onderhoud, of om verwachte verliezen op bijvoorbeeld grondexploitaties te dekken. De voorzieningen zijn, of worden, gevormd door dotaties ten laste van de programma's. Hierdoor wordt een gelijkmatige verdeling van lasten over een aantal jaren bereikt of het verwachte verlies gedekt. In het jaar dat de uitgaven ten laste van de voorziening worden gebracht, moet de voorziening daarvoor toereikend zijn.
In meerjarenperspectief worden de mutaties in de voorzieningen als volgt weergegeven.
Mutaties in voorzieningen (bedragen * € 1.000) | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 |
---|---|---|---|---|
Beginsaldo | 19.304 | 19.773 | 19.469 | 20.432 |
+ toevoegingen uit programma's | 2.216 | 2.255 | 2.320 | 2.376 |
-/- onttrekkingen | 1.747 | 2.559 | 1.357 | 1.344 |
Eindsaldo | 19.773 | 19.469 | 20.432 | 21.464 |
De voorziening Nadelige complexen is gebaseerd op de verwachte tekorten van grondexploitaties tegen de contante waarde. Ook de voorziening Wethouderspensioenen is gebaseerd op een contante waarde berekening. De toevoegingen uit programma's hebben met name betrekking op de jaarlijkse dotaties aan de voorzieningen onderhoud wegen, onderhoud gebouwen, baggerwerken, openbaar groen, openbare verlichting, civiele kunstwerken en groot onderhoud en renovaties buitensport.
Langlopende geldleningen
De langlopende geldleningen zijn aangetrokken voor het financieren van de gemeentelijke investeringen en de bouwgrondexploitatie. Het verloop van de geldleningen is als volgt:
Langlopende geldleningen (bedragen * € 1.000) | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 |
---|---|---|---|---|
Beginsaldo | 121.550 | 106.891 | 93.379 | 80.505 |
Op te nemen leningen | - | - | - | - |
Aflossingen | 14.659 | 13.512 | 12.874 | 12.876 |
Eindsaldo | 106.891 | 93.379 | 80.505 | 67.629 |