Financiering

In deze paragraaf komen de onderwerpen aan de orde die behoren tot de financieringsfunctie van de gemeente. Het zijn de onderwerpen die betrekking hebben op het besturen en beheersen van vermogenswaarden, geldstromen, die financiële posities en de hieraan verbonden risico’s.

De gemeentelijke regelgeving met betrekking tot de financieringsfunctie is gebonden aan algemeen geldende wettelijke kaders, waaronder de Gemeentewet en de Wet financiering decentrale overheden. Als uitvloeisel van artikel 212 van de Gemeentewet is de basis vastgelegd in de Financiële verordening van de gemeente Pijnacker-Nootdorp en het Treasurystatuut.

In deze paragraaf wordt ingegaan op:

  1. De beleidsvoornemens ten aanzien van het risicobeheer van de financieringsportefeuille
  2. Liquiditeitsplanning
  3. Financieringsbehoefte
  4. Rentetoerekening

1. De beleidsvoornemens ten aanzien van het risicobeheer van de financieringsportefeuille

Rentevisie

Geldmarkt: de rente over kortlopende schulden wordt gebaseerd op de Euribor (Euro Interbank Offered Rate). De Euribor is het tarief dat wordt bepaald aan de hand van de percentages waartegen Europese primaire banken elkaar onderling leningen verstrekken. Een van de op kort geld meest toegepaste tarieven, de 3-maands Euribor, op het moment van het opstellen van de paragraaf financiering, wordt begin 2020 op een stand van -0,3% verwacht.

Kapitaalmarkt: op het moment van het opstellen van de begroting 2020-2023 handhaaft de Europese Centrale Bank (ECB) de herfinancieringsrente op 0,00%. De verwachting is dat de herfinancieringsrente voor langere periode op het huidige lage niveau zal blijven.

Risicobeheer

De risico’s die binnen de gemeentefinanciering kunnen worden onderscheiden zijn: Koersrisico, Valutarisico, Renterisico, Kredietrisico en Liquiditeitsrisico. De gemeente maakt geen gebruik van beursgenoteerde, koersafhankelijke financieringsmiddelen of financieringsmiddelen in vreemde valuta en is dat de komende jaren ook niet van plan. Er zal dus geen sprake van directe koers- of valutarisico’s zijn.

Renterisico

De Wet Fido stelt een maximum aan de renterisico’s die een gemeente mag lopen, voor zowel de korte (kasgeldlimiet) als de lange (renterisiconorm) termijn.

Kasgeldlimiet

Om het effect van renteschommelingen op korte termijn te beperken moet de gemeente zich houden aan de kasgeldlimiet. Deze limiet bepaalt wat het maximum totaal aan kortlopende schulden in de vorm van rekening courantkrediet en kasgeld mag zijn, en is gesteld op 8,5% van het begrotingstotaal.

Voor 2020 bedraagt de kasgeldlimiet voor Pijnacker-Nootdorp:

Omschrijving (bedragen * € 1.000)

1e kw

2e kw

3e kw

4e kw

Omvang begroting per 1 januari 2020

160.993

160.993

160.993

160.993

Toegestane kasgeldlimiet

In procenten van de grondslag

8,5%

8,5%

8,5%

8,5%

In bedragen

13.684

13.684

13.684

13.684

Omvang vlottende schuld

Opgenomen gelden < 1 jaar

0

0

0

0

Schuld in rekening courant

0

0

0

0

Gestorte gelden door derden <1 jaar

0

0

0

0

Overige geldleningen (geen vaste schuld)

0

0

0

0

Totaal

0

0

0

0

Vlottende middelen

Contante gelden inkas

0

0

0

0

Tegoeden in rekening courant (incl.SKB)

24.700

16.010

12.522

2.969

Overige uitstaande gelden <1 jaar

0

0

0

0

Totaal

24.700

16.010

12.522

2.969

Toets kasgeldlimiet

Toegestane kasgeldlimiet

13.684

13.684

13.684

13.684

Total netto vlottende schuld

-24.700

-16.010

-12.522

-2.969

Ruimte (+)/Overschrijding (-)

38.384

29.695

26.206

16.653

De kasgeldlimiet wordt niet overschreden.

Renterisiconorm

Ter beperking van renterisico’s op de lange termijn geldt vanuit de wet Fido de renterisiconorm. Volgens deze norm mag het renterisico maximaal 20% van het begrotingstotaal bedragen. Hiermee wordt een evenwichtige spreiding van renteherzienings- en herfinancieringsmomenten beoogd.

De aflossings- en herfinancieringstotalen afgezet tegen de begrotingstotalen voor de komende jaren levert het volgende beeld op qua renterisiconorm: 

Renterisiconorm (bedragen x € 1 mln.)

2020

2021

2022

2023

Renterisico’s

Renteherziening op vaste schuld o/g

0

0

0

0

Renteherziening op vaste schuld u/g

0

0

0

0

1

Renteherziening op vaste schuld (per saldo)

0

0

0

0

2

Aflossing

14.659

13.511

12.875

12.875

Renterisico op vaste schuld (1+2)

14.659

13.511

12.875

12.875

Renterisiconorm

32.199

27.534

26.507

118.838

Ruimte onder renterisiconorm

16.849

14.033

13.205

10.865

Overschrijding renterisiconorm

Berekening renterisiconorm

Begrotingstotaal

160.993

137.672

132.537

118.838

Vastgelegd percentage

20%

20%

20%

20%

Renterisiconorm

32.199

27.534

26.507

23.768

De renterisiconorm wordt niet overschreden.

Kredietrisico

Kredietrisico is het risico dat een tegenpartij haar financiële verplichtingen niet na kan komen. In het geval van uitzettingen bestaat het risico dat de kredietwaardigheid van de tegenpartij daalt.

De in 2018 verstrekte tijdelijke voorfinanciering van € 5 miljoen aan Ammerlaan Geothermie B.V. ten behoeve van het boren van een nieuwe aardwarmtedoublet en de uitbreiding van de aardwarmteproductie van Ammerlaan Geothermie B.V. is in 2019 omgezet naar een definitieve lening van € 4,9 miljoen met en looptijd van maximaal tien jaar vanaf Financial Close. De BNG Bank N.V. heeft de intentie om de lening van de gemeente op termijn in twee tranches tegen de betaling van de op dat moment uitstaande bedragen over te nemen. Ondanks het lage risicoprofiel heeft de gemeente een bedrag van € 490.000 (10% van € 4,9 miljoen) in de risicoparagraaf opgenomen om eventuele vertragingen van het overname van de lening door de BNG Bank N.V. of vertragingen in de aflossing door de kredietnemer op te vangen.

De gemeente loopt risico op geldleningen waarover een garantstelling is verstrekt. Voor een overzicht van de garantstellingen wordt verwezen naar de staat van gewaarborgde geldleningen.

De voormalig gemeente Pijnacker heeft, als secundaire arbeidsvoorwaarde, hypothecaire leningen verstrekt aan haar personeel. Nieuwe verstrekkingen zijn inmiddels niet meer toegestaan, derhalve wordt alleen nog risico gelopen over de restant hypotheeksommen.

Liquiditeitsrisico

Op basis van een gedetailleerde korte termijnplanning en een globale meerjarige liquiditeitsplanning wordt ingeschat wanneer de gemeente over welke hoeveelheid liquide middelen moet beschikken. Geëigende middelen om over de juiste liquiditeit te beschikken zijn de inzet van de rekening courant bij de BNG en (langlopende) leningen. Omdat de gemeente een zeer solide en betrouwbare partner is kan er, ook in geval van krapte op de geld- en kapitaalmarkt, altijd geld worden aangetrokken.

2. Liquiditeitsplanning 

De globale liquiditeitsplanning voor 2020-2023 en verder ziet er als volgt uit: 

Meerjaren liquiditeitsprognose per 1 januari (bedragen x € 1 mln.)

2020

2021

2022

2023

Cashflow in

Baten exploitatie en rente (excl.reserve & voorzieningen)

103,5

105,0

107,9

111,1

Baten Grondexploitaties

51,2

30,3

30,5

13,9

Totaal

154,8

135,4

138,4

125,1

Cashflow out

Lasten (Exploitatie en rente)

-98,5

-99,9

-102,1

-104,5

Lasten (Grondexploitatie)

-26,9

-17,1

-15,4

-6,4

ten laste van voorzieningen

-1,7

-1,4

-1,6

-1,3

Investeringsplanning netto

-32,4

-19,3

-13,5

-6,6

Aflossing leningen o/g

-14,7

-13,5

-12,9

-12,9

Totaal

-174,1

-151,2

-145,4

-131,7

Resultaat cashflow

-19,4

-15,8

-7,0

-6,7

Om in de liquiditeitsbehoefte te voorzien zal in eerste instantie een beroep worden gedaan op de rekening courant bij de BNG. De rente die op het krediet in rekening courant gerekend wordt is gebaseerd op de kortetermijnrente en lager dan de langetermijnrente. Fluctuaties tot een limiet van € 15 miljoen debet worden hierin opgevangen.

3. Financieringsbehoefte

In onderstaande overzicht vindt u de financieringsbehoefte van de gemeente voor de periode 2020-2023

Financieringspositie per 1 januari (bedragen x € mln.)

2020

2021

2022

2023

Daling lening portefeuille

-14,7

-13,5

-12,9

-12,9

Kasstroomresultaat

-4,7

-2,3

5,9

6,2

Subtotaal

-19,4

-15,8

-7,0

-6,7

RC tegoed/te kort

24,7

5,3

-10,5

-17,5

Financieringsbehoefte

5,3

-10,5

-17,5

-24,1

Op basis van de huidige informatie heeft de gemeente vanaf 2021 een liquiditeitstekort. Grootste onzekerheden in de begrote uitgaven en inkomsten vormt het achterblijven van de realisatie van de investeringen en snellere realisatie van de grondverkopen. De lange termijn rentepercentages (15 jaar) voor een lineaire lening is op het moment van het opstellen da de begroting rond 0,10%. De verwachting is dat de lange termijn rentepercentage voor langere periode op een lage niveau zal blijven. Daarnaast is de verwachting dat de gemeente in 2019 of 2020 haar aandelen Eneco verkoopt. Op basis van deze informatie worden vooralsnog geen nieuwe geldleningen aangetrokken en wordt geen rekening gehouden met eventuele oplopende rentelast.

4. Rentetoerekening

Het renteschema geeft inzicht in de rentelasten externe financiering, het renteresultaat en de wijze van rentetoerekening.

Renteschema (bedragen x € 1):

a. De externe rentelasten over de korte en lange financiering €

-3.517.047

b. De externe rentebaten

70.260

Totaal door te rekenen externe rente

-3.446.787

c. De rente die aan de grondexploitatie wordt doorberekend

661.163

De rente van projectfinanciering doorberekend aan taakveld

0

De rentebaat van doorverstrekte leningen die aan betreffende taakveld wordt doorberekend

0

661.163

Saldo door te rekenen externe rente

-2.785.624

d1. Rente over eigen vermogen

0

d2. Rente over voorzieningen

0

Totaal aan taakvelden toe te rekenen rente

-2.785.624

e. De aan taakvelden toegerekende rente (renteomslag)

3.942.979

f. Renteresultaat op het taakveld treasury

1.157.355

Toerekening rente aan grondexploitaties

Bij het vaststellen van het beleid voor het toerekenen van rente aan de grondexploitaties is rekening gehouden met de laatste wijzigingen van het BBV. In de notitie grondexploitaties 2016 van de commissie BBV van maart 2016 staan de volgende stellige uitspraken:

De toegestane toe te rekenen rente aan Bouwgrond In Exploitatie (BIE) moet worden gebaseerd op de daadwerkelijke te betalen rente over het vreemde vermogen. Het is niet toegestaan om rente over het eigen vermogen toe te rekenen aan BIE. Het over het vreemd vermogen te hanteren rentepercentage moet als volgt worden bepaald:

  1. Het rentepercentage van de direct aan de grondexploitatie gerelateerde financiering in het geval van projectfinanciering.
  2. Het gewogen gemiddelde rentepercentage van de bestaande leningenportefeuille van de gemeente, naar verhouding vreemde vermogen/totaal vermogen, indien er geen sprake is van projectfinanciering.
  3. Indien de gemeente geen externe financiering heeft, dan wordt geen rente toegerekend.

De disconteringsvoet die moet worden gehanteerd in de berekening van de contante waarde ten behoeve van het treffen van een verliesvoorziening voor negatieve grondexploitaties wordt voor alle gemeenten gelijkgesteld aan het maximale meerjarig streefpercentage van de Europese Centrale Bank voor de inflatie binnen de Eurozone.

Van de eerste stellige uitspraak is alleen 1b van toepassing op de gemeente Pijnacker-Nootdorp. Bij het bepalen van het rekenrentepercentage voor de grondexploitaties moet namelijk rekening gehouden worden met de verhouding eigen- en vreemd vermogen. Voor de gemeente Pijnacker-Nootdorp geldt ten tijde van het opstellen van de Begroting 2020 een verhouding van 32-68 (EV-VV gebaseerd op de beginbalans 2019). Dat houdt in dat van de investering geacht wordt 68% te financieren met vreemd vermogen. Rekening houdend met een gewogen gemiddeld rentepercentage, zoals vastgelegd in de notitie Grondexploitaties van het BBV, kan het rentepercentage voor de grondexploitaties worden vastgesteld. De gemeente Pijnacker-Nootdorp baseert dit percentage specifiek op het gewogen gemiddelde van de komende vier jaar, elk begrotingsjaar wordt deze opnieuw bepaald.

Gemiddelde rentepercentage =

∑ (Resterend bedrag lening jaar Y x rentepercentage)

∑ Resterend bedrag leningen jaar Y

Met in acht neming van de 68% vreemd vermogen wordt het rentepercentage na afronding voor de grondexploitaties vastgesteld op 1,5%.

In het onderstaande overzicht is weergegeven welke berekening ten tijde van de begroting 2020 van toepassing is op de toerekening van rente aan grondexploitaties in gemeente Pijnacker-Nootdorp.

Berekening toe te rekenen rentebedrag aan grondexploitatie

Boekwaarde grondexpliotaties exclusief N.I.E.G.G 1-1-2020

44.077.575

Toe te rekenen rentepercentage grondgexplotatie

1,5%

Toe te rekenen rentebedrag aan grondexploitatie

661.164

Door op deze wijze de rentetoerekening aan grondexploitatie te bepalen voldoet de gemeente Pijnacker-Nootdorp aan de eisen van het BBV.

De tweede stellige uitspraak betreft de disconteringsvoet. De disconteringsvoet die moet worden gehanteerd conform de stellige uitspraak van de commissie BBV is gelijkgesteld aan het maximale meerjarig streefpercentage van de Europese Centrale Bank voor de inflatie binnen de Eurozone. Dat percentage is op dit moment ongeveer 2%.

Vaststelling omslagrente

Het BBV heeft vastgesteld hoe het rentepercentage van aan taakvelden toe te rekenen rente dient te worden vastgesteld. De totaal geraamde aan taakvelden toe te rekenen rente wordt afgezet tegen de begrote boekwaarde van de activa die integraal gefinancierd wordt. In het onderstaande overzicht is weergegeven welke berekening ten tijde van de begroting 2020 van toepassing is op de gemeente Pijnacker-Nootdorp.

Berekening omslagpercentage

Totaal aan taakvelden toe te rekenen rente

2.785.624

Boekwaarde activa per 1 januari 2020

157.662.462

Omslagrente percentage

1,8%

Percentage 1,8 % wordt, binnen de vereiste marge van 0,5%, afgerond naar 2%.