Stand van zaken en vooruitblik

Bestuur

Verder in verbinding

De raad van Pijnacker-Nootdorp heeft op 24 april 2018 het Hoofdlijnenakkoord 2014-2018 “Verder in verbinding; iedereen doet mee en woont prettig in een duurzaam en veilig Pijnacker-Nootdorp” vastgesteld. De ambities en afspraken die opgenomen zijn in het Hoofdlijnenakkoord zijn in september 2018 door het college uitgewerkt in een Uitvoeringsagenda waarin staat voor welke aanpak wordt gekozen om tot resultaten te komen. Halverwege de raadsperiode, begin 2020, maakt het college samen met de raad de balans op via een midterm review en stelt het de uitvoeringsagenda voor de tweede helft van deze bestuursperiode vast.

‘In verbinding’ is het centrale thema van de Uitvoeringsagenda waarmee bedoeld wordt dat de inwoners, organisaties/verenigingen, ondernemers en raad vanuit partnerschap en co-creatie betrokken worden. Dit zegt alles over de bestuursstijl en de rollen die ingenomen worden bij de uitvoering van het Hoofdlijnenakkoord. De raad ziet voor zichtzelf met name een verantwoordelijkheid in de relatie met het college én in de relatie met de samenleving, terwijl het college het versterken van de verbinding met de samenleving én de raad als zijn rol ziet.

Raad en college bepalen samen kaders en uitgangspunten waarbij de ambitie om ‘financieel gezond’ te blijven in beeld blijft. Het instrument op basis waarvan raad en college het gesprek voeren is de startnotitie. In de startnotitie staan de context van het vraagstuk, het beoogde doel/resultaat, de kaders en uitgangspunten waarbinnen het vraagstuk ter hand wordt genomen, het proces dat gevolgd wordt, de te betrekken partners, (advies)organen, inwoners, de rol die raad en college innemen en de financiële randvoorwaarden vanuit Financieel gezond uit het Hoofdlijnenakkoord. Deze bestuursperiode zijn tot nu toe zes startnotities door de raad vastgesteld.

Financieel Gezond

Wij gaan voorzichtig en verantwoord om met gemeenschapsgeld, zoals ook staat aangegeven in het Hoofdlijnenakkoord 2018-2022. Eerst moet duidelijk zijn dat ergens geld voor is, voordat we besluiten het ergens aan uit te geven. Het uit­gangspunt is dat de meerjarenbegroting voor alle jaren sluitend is. Als er tekorten dreigen, staan in de begro­ting maatregelen om dat te voorkomen. Onze ambitie is om de lokale lasten voor onze inwoners en ondernemers zo laag mogelijk te houden.

Samenwerkingsverbanden

Voor onderwerpen die de gemeentegrenzen overschrijden werken we samen in regioverband. Belangrijkste motieven voor regionale samenwerking zijn dat het leven van onze inwoners niet stopt bij de gemeentegrenzen en om de krachten te bundelen: samen staan we sterker. Op sommige onderdelen is het wettelijk verplicht, zoals bij participatie in de arbeidsmarktregio. Sommige samenwerkingsverbanden zijn vrijwillig in de vorm van een gemeenschappelijke regeling (GR), zoals de Metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH), waarin 23 gemeenten samenwerken op het gebied van bereikbaarheid en economisch vestigingsklimaat. Elke nieuwe bestuursperiode (eens in de vier jaar) stelt het bestuur van de MRDH een regionale strategische agenda vast, van waaruit de regionale vraagstukken worden opgepakt. In juli 2019 heeft het algemeen bestuur van de MRDH de Strategische Agenda ‘Samen aan het werk’ vastgesteld. De agenda brengt de Roadmap Next Economy, de Uitvoeringsagenda Bereikbaarheid en het MIRT-gebiedsprogramma, samen in één handelingsperspectief voor de komende jaren.

Rechtspersonen waarmee de gemeente een bestuurlijke relatie heeft en waarin zij een financieel belang heeft, worden verbonden partijen genoemd. Dit geldt voor de MRDH, maar bijvoorbeeld ook de Gemeentelijke Gezondheidsdienst, Veilig Thuis Haaglanden en de Bank Nederlandse Gemeenten. Een volledig overzicht is te vinden in de paragraaf Verbonden Partijen. Voor andere samenwerkingsverbanden is er een convenant of een platform voor overleg of afstemming, zoals de Warmte samenwerking Oostland en de Alliantie Middengebied. Ontwikkelingen volgen zich snel op en het is belangrijk deze goed te monitoren, intern te delen en continu hierop onze inzet en handelingsperspectief af te stemmen. Met de geactualiseerde Netwerkstrategie ruimtelijk domein en de Netwerkstrategie sociaal domein heeft het college in 2019 focus aangebracht in de voor Pijnacker-Nootdorp belangrijke opgaven.

Dienstverlening

Onze dienstverlening laat zich zien als een dynamisch proces dat zich constant aanpast aan de eisen van de tijd. Dit vraagt continue verbeteren van onze dienstverlening. Dat doen we door middel van een integraal programma (voorheen E-Power), waarin ICT en dienstverlening in relatie tot elkaar worden ontwikkeld. Een programmatische aanpak is effectief gebleken.

Dienstverlening en digitalisering

Hoe klanten onze dienstverlening ervaren wordt bepaald vanaf het allereerste contactmoment. Een succesvolle online gemeentelijke dienstverlening is hierbij essentieel. Onderstaande tabellen laten zien waar onze gemeente staat op het gebied van digitale volwassenheid (peildatum 2018). Hierbij gaat het om de online dienstverlening / service van de veel voorkomende producten voor burgers / inwoners (tabel 1) en ondernemers op de website van onze gemeente (tabel 2).

Van de 380 gemeenten in Nederland (in 2018) neemt onze gemeente de 16e positie in bij digitale volwassenheid voor burgers en de 32e positie bij digitale volwassenheid voor ondernemers. Hier mogen we met recht trots op zijn, maar onze ambitie gaat verder.

Doorontwikkelen van de digitale dienstverlening

Eind 2015 heeft de raad de visie op (digitale) dienstverlening vastgesteld. Die visie geeft richting aan de ontwikkelingen die we willen doormaken. De vier belangrijkste ontwikkelingen zijn:

  • verbeteren van de informatieveiligheid;
  • verbeteren van de privacybescherming;
  • vergroten van het aanbod van digitale dienstverlening en stimuleren van het gebruik daarvan;
  • integreren van gegevensverzamelingen en gegevensstromen om zowel de klantgerichtheid als het niveau van dienst­verlening te vergroten.

Sinds begin 2018 verlenen we onze diensten meer per domein en dus minder centraal via de Frontoffice Publiekszaken. Het doel daarvan is om de dienstverlening te versterken en meer maatwerk te leveren. Aan de ene kant worden eenvou­dige producten en diensten voor het grootste deel digitaal afgedaan. Aan de andere kant kijken we in het klantcontact­centrum (KCC) heel goed bij welke producten en dienstverlening de klant persoonlijk contact wil. Dat is meestal het geval bij complexe klantvragen.

Onze website, kennisbank en zaaksysteem zijn met elkaar gekoppeld. Daardoor is er een goed beeld welk kanaal inwoners en bedrijven gebruiken. We kunnen zo ook inwoners en bedrijven proactief informatie geven. Met het zaaksysteem en koppelingen met informatie uit backoffice-applicaties worden zoek- en vraagpatronen vastgelegd. Daarmee wordt de inrichting van de dienstverleningskanalen en –processen voortdurend verbeterd. Om de klantgerichtheid te versterken, is effectieve inrichting van deze kanalen een belangrijk doel voor de komende jaren.

Privacybescherming valt sinds 2018 onder de Europese Unie (EU) privacywetgeving: de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG). De AVG eist dat organisaties aantonen dat zij de juiste organisatorische en technische maatregelen hebben genomen ten aanzien van de verwerking van persoonsgegevens. Bescherming van persoonsgegevens en informa­tiebeveiliging zijn voor ons van grote waarde, omdat dit het fundament is van onze informatievoorziening.

Digitale technologie is een onlosmakend onderdeel van het leven. Met technologie verplaatsen we ons naar een digitale, artificiële wereld. Hierop moeten we als gemeente inspelen. Ons doel is de dienstverlening nog verder te verbeteren. De klantbeleving staat hierbij hoog op onze agenda. Informatie wordt digitaal in het gehele werkproces verwerkt. Wat niet digitaal is wordt digitaal gemaakt zodat workflow analyse van informatie toegepast kan worden. Op die manier worden organisaties en netwerken met elkaar verbonden. Bovendien zal digitalisering steeds sneller gaan. Deze trends en ontwikkelingen werken ook door in gemeentelijke processen. Hierbij is het belangrijk dat onze inwo­ners erop kunnen vertrouwen dat de overheid zorgvuldig met hun gegevens omgaat. Door het digitaal uitwisselen van data (persoonsgegevens) nemen risico’s op datalekken toe. Daarom werken we aan een zo goed mogelijke informatiebeveiliging en privacybescherming. We meten en analyseren hoe we deze risico’s kleiner kunnen maken en hoe we een juiste balans kunnen vinden tussen beveiliging en bescherming aan de ene kant en voldoende kwaliteit en slagkracht in uitvoeringsprocessen aan de andere kant.