Stand van zaken en vooruitblik

Inkomensregelingen

Op 31 december 2018 werden 479 bijstandsuitkeringen verstrekt. Het aantal huishoudens met een bijstandsuitkering ligt lager dan het landelijk gemiddelde, namelijk 17,2 huishoudens per 1.000 inwoners.

In 2016 en 2017 zagen we nog een groei van het aantal uitkeringen. In 2018 is dit gedaald. Dit kan worden verklaard door de lagere taakstelling huisvesting vergunninghouders en de economisch gunstige(re) omstandigheden. Inwoners kunnen makkelijker werk vinden en hoeven geen beroep te doen op een bijstandsuitkering.

We zien dat het steeds moeilijker wordt om inwoners met een bijstandsuitkering naar werk te bemiddelen. Dit komt door inburgeringsverplichtingen, taalproblemen, gezondheidsproblemen of geldproblemen. Vaak een combinatie ervan. We hebben daarom in 2019 een plan van aanpak opgesteld om participatie te bevorderen. De maatregelen uit dit plan worden in 2020 voortgezet. Ook gaan we door met het verder verbeteren van het digitale klantvolgsysteem.

Met het Werkgeverservicepunt Zuid-Holland Centraal wordt intensief samengewerkt. Zij bemiddelen en plaatsen kandidaten met een korte(re) afstand tot de arbeidsmarkt.

In 2019 is de armoedemonitor uitgevoerd. Onze gemeente heeft 804 minimahuishoudens met een inkomen tot 110% van het wettelijk sociaal minimum. Dit is 3,7 % van alle huishoudens. In 2015 waren dit 794 huishoudens.

In onze gemeente wonen 13.549 kinderen. Hiervan groeien 680 kinderen op in een minimahuishouden. Dit bedraagt 5% van alle opgroeiende kinderen in Pijnacker-Nootdorp. Het aantal minimahuishoudens met kinderen is licht gedaald, maar het aantal minimakinderen is gestegen. Gemiddeld gezien hebben de minimahuishoudens in 2018 dus meer kinderen dan de minimahuishoudens in 2015.

De grafiek geeft vanwege BBV-voorschriften een andere indicator dan het aantal kinderen in minimahuishoudens. Namelijk het aantal kinderen in uitkeringsgezinnen. In 2017 was dit 3,2% in Pijnacker-Nootdorp en 6,7% landelijk.

Vanaf 2017 kunnen kinderen uit huishoudens met een inkomen tot 130% gebruik maken van het kindpakket van stichting leergeld. Ook kunnen zij lid worden van een sport- of cultuurvereniging via het jeugd sport- en cultuurfonds. De overeenkomsten met de stichting leergeld en het jeugd sport- en cultuurfonds zijn vanaf 2020 met drie jaren verlengd. Ook is de Rotterdampas te koop. Voor minimahuishoudens is deze met korting beschikbaar.

In 2019 zijn we gestart met het professionaliseren van onze taken rondom schuldhulpverlening. Hiermee willen we bereiken dat we de schuldbemiddelingstrajecten vanaf 2020 volledig in eigen beheer kunnen uitvoeren.

Begeleide participatie

Op 1 april 2019 werkten 39 SE (is ongeveer gelijk aan een fte) op grond van de Wet sociale werkvoorziening (Wsw). 28 SE zijn werkzaam bij Werkse! in Den Hoorn. 11 SE werken bij DSW in Zoetermeer. In 2019 is een onderzoek naar de mogelijkheden voor de toekomst van de Wsw gedaan. De Wsw zelf uitvoeren is (iets) goedkoper, maar er zijn ook (financiele) risico's voor een kwetsbare doelgroep. Op basis van het onderzoek is besloten vanaf 2020 met met Werkse! en DSW te blijven samenwerken.

Vanaf 2017 moeten gemeenten beschutte werkplekken aanbieden. In 2019 is het maximaal aantal beschutte werkplekken 9. Door het UVW zijn 6 positieve indicaties afgegeven. Deze inwoners werken bij Werkse! in Den Hoorn en DSW in Zoetermeer.

Tot slot wonen in onze gemeente 70 jongeren met een arbeidsbeperking. Deze jongeren komen bij ons in beeld via de netwerkoverleggen met het speciaal onderwijs en door warme overdracht van VO/MBO scholen. Een deel van deze jongeren gaat werken met een loonkostensubsidie. Er zijn loonwaardemetingen gedaan om te bepalen welke loonwaarde ze hebben op de werkplek. Dat is de basis voor de vergoeding die we de werkgever betalen via een loonkostensubsidie.

Arbeidsparticipatie

De netto arbeidsparticipatie van onze inwoners was in 2018 73,8%. In Nederland was dit 67,8%. Netto arbeidsparticipatie betekent het percentage van de werkzame inwoners ten opzichte van de mensen die potentieel kunnen werken.

In 2018 waren er in onze gemeente 411 banen per 1.000 inwoners van 15 - 64 jaar. Landelijk is dit 663 per 1.000. Een groot deel van onze inwoners werkt dus niet bin­nen de gemeente. Ook voor onze inwoners met een bijstanduitkering betekent dit dat zij voor werk voor een belang­rijk deel afhankelijk zijn van werkgelegenheid in de regio (zie ook programma 2). Daarom werken wij in samen in de arbeidsmarktregio Zuid-Holland Centraal.

Om inwoners aan het werk te helpen worden re-integratievoorzieningen ingezet. Bijvoorbeeld Workfast, de werkacademie en bemiddeling via het werkgeversservicepunt. Daarnaast hebben wij een top-30 aanpak ontwikkeld. Inwoners worden hier intensief en groepgewijs getraind. Inwoners die nog niet bemid­delbaar zijn, worden geplaatst op re-integratietrajecten om arbeidsritme en werkervaring op te doen. Bijvoorbeeld: Biesieklette, Make a move en het Traject Onderhoud Openbare ruimte. Voor vergunninghouders is in samenwerking met DSW Zoetermeer een duaal Werk-Taal traject gestart. Individuele bemiddeling naar werk loopt via traject ‘Grenzeloos’. Hierbij is aandacht voor cultu­rele aspecten en gewoonten op de Nederlandse ar­beidsmarkt. Specifiek voor jongeren is er een jongerencoach. Hij bemiddelt jongeren naar werk, leerwerkplekken en stages. Recent is een bestandskoppeling met het Inlichtingenbureau gerealiseerd. Hierdoor zijn alle jongeren tot 27 jaar zonder werk en opleiding in beeld.

In 2021 treedt de Wet inburgering in werking. In 2020 bereiden wij ons hier op voor.

Maatwerkvoorzieningen (Wmo) en maatwerkdienstverlening 18+

We zien een toename van het aantal hulpvragen. Ook worden ze complexer. Verder zien we dat de tarieven onder druk staan door afspraken over loonstijging die in de cao's worden gemaakt door de gespannen marktsituatie. Deze ontwikkelingen hebben te maken met een groei van de doelgroep. Ook wonen onze inwoners langer thuis. De nieuwe wetgeving voor de eigen bijdrage lijkt ook van invloed op de toename van het aantal hulpvragen.

In 2020 zetten we de transformatielijn van de afgelopen jaren door. Dit doen we door:

  • preventieve collectieve voorzieningen in te zetten (het ondersteunen van inwoners bij hun hulpvragen met inzet van vrijwilligers). Hiermee willen we de druk op de maatwerkvoorzieningen verlichten. Het ondersteunen van mantelzorgers is hierbij een speerpunt.
  • resultaagericht werken.
  • het optimaliseren van doelmatige ondersteuning. We maken stappen in het datagedreven werken. We krijgen een steeds beter beeld van de vraag van onze inwoners, de resultaten van onze interventies en de trends.
  • tenslotte ontwikkelen we aanvullende maatregelen om de kosten te beheersen. Hiervoor is een task force opgericht.

Ondanks de grotere vraag naar maatwerkvoorzieningen Wmo blijft het aantal inwoners met een maatwerkvoorziening laag ten opzichte van het landelijk gemiddelde. Dit komt doordat wij een relatief jonge bevolking hebben. Ook zien we dat een deel van de hulpvragen in het collectieve aanbod wordt opgevangen.

Geëscaleerde zorg 18+

Wij zijn verantwoordelijk voor het organiseren van maatschappelijke opvang en beschermd wonen. De centrumgemeente Delft ontvangt het rijksbudget en organiseert de voorzieningen.

De gemeente Delft bepaalt de toegang tot de voorzieningen. Ook de hoogte van de eigen bijdrage. Vanaf 2021 moeten wij dit zelf organiseren. We maken een beweging van beschermd wonen, naar beschermd thuis. Dat wil zeggen: perspectief ontwikkelen in de eigen woning in plaats van meer problemen en in een instelling terechtkomen.

Het jaar 2020 geldt als overgangsjaar. Regionaal wordt samengewerkt om de overheveling van de taken en budgetten vorm te geven. We verwachten dat enkele inwoners per jaar instromen.

Maatwerkdienstverlening 18-

De informatie over het gebruik van jeugdhulpvoorzieningen is in ontwikkeling. Dit geeft een steeds beter beeld van de stand van zaken.

10,7% van onze jongeren van 0-18 jarigen heeft in 2018 een jeugdhulpvoorziening gekregen. Dit is licht toegenomen ten opzichte van 2017. Toen was dit 9,8%.

Vanaf 2018 zien we de kosten voor jeugdhulp stijgen. De kostenstijging is in onze gemeente minder dan in de omringende gemeenten. Inkoopbu­reau H10 verklaart deze stijging door de toename van de hulpvragen en de intensiteit van zorg. Maar ook door wisseling van de aangeboden zorg en de harmonisatie van tarieven.

In 2019 hebben we lokale en regionale beheersmaatregelen geformuleerd. Met jeugdaanbieders wordt gesproken om de tarieven te beïnvloeden. In enkele gevallen heeft dit geleid tot lagere tarieven. In 2020 worden deze voortgezet. Een voorbeeld hiervan is de pilot 'Praktijkondersteuner jeugd en gezin bij huisartsen’, zodat in de huisartspraktijk al vroeg integraal hulp geboden kan worden.

In samenhang met de beheersmaatregelen, wordt in 2020 aan de wettelijke transformatie opgave gewerkt. Dit doen we door resultaatgerichte inkoop. Die is in 2019 voorbereid en gaat in 2020 van start.

Geëscaleerde zorg 18-

Van onze jongeren tot 18 jaar had 0,6 % in 2018 te maken had met jeugdbe­scherming. Dit is lager dan landelijk. Dat is 1%.

Het percentage jongeren tot 18 jaar die in 2018 te maken had met jeugdreclassering is 0,2%. Landelijk ligt dit percentages op 0,3%.